Reageer snel.
voorkom inactieve tijd met TPMS.

TPMS maakt gebruik van sensoren om de banden­spanning en -tempe­ratuur te meten. Deze sensoren zijn in elke band gemonteerd en verzamelen continu gegevens. Het systeem stuurt deze gegevens naar de computer van het voertuig of een afzon­der­lijke display­eenheid. De bestuurder ontvangt realti­me-up­dates, waarmee de toestand van de banden gemakkelijk kan worden gecon­tro­leerd. De TPMS-sensor hoeft niet te worden verwijderd om de band op te pompen.

Voorspellend banden­ma­na­gement werkt als proactieve veilig­heids­voor­ziening en vermindert de kans op een klapband aanzienlijk.

Het hebben van TPMS dat geschikt is voor uw voertuig biedt de volgende voordelen.

• Verbeterde veiligheid: door continue de banden­spanning en -tempe­ratuur in realtime te bewaken, kan een TPMS tijdens het rijden een visuele waarschuwing geven voor een lage banden­spanning.
• Geopti­ma­li­seerd brand­stof­ver­bruik: doordat het TPMS de optimale banden­spanning bevestigt, helpt het systeem brandstof te besparen, omdat tijdens rijden met de juiste banden­spanning minder brandstof wordt verbruikt dan tijdens rijden met een te lage spanning.
• Minder inactieve tijd: door langzaam leeglopen en andere problemen met banden vroeg te identi­fi­ceren, stimuleert TMPS proactief onderhoud. Dit helpt onverwachte storingen te voorkomen en vermindert inactieve tijd van het voertuig.
• Verbeterde duurzaamheid: efficiënt banden­beheer helpt het brand­stof­ver­bruik te verlagen en de CO2-uitstoot te verminderen, wat bijdraagt aan milieu­doel­stel­lingen op het gebied van duurzaamheid.

Nee. Het controleren van de banden volstaat niet als voertuig­con­trole. Om de veiligheid op de weg te waarborgen, moeten alle onderdelen van het voertuig regelmatig worden gecon­tro­leerd.

Als u het lastig vindt om papierwerk bij te houden, kunt u het proces digitaal uitvoeren met de Webfleet Vehicle Check app. Chauffeurs kunnen gewoon rond het voertuig lopen en met een paar tikken papierloze checklists verzenden. De informatie is eenvoudig op te slaan en indien nodig opnieuw te raadplegen.

De banden­spanning is afhankelijk van verschil­lende factoren: type voertuig, asbelasting en -type, bandenmaat en -type, speci­fi­caties van de fabrikant, weg- en klimaat­om­stan­dig­heden. De optimale banden­spanning ligt gewoonlijk tussen zes en negen bar, maar u moet altijd de exacte vereiste spanning berekenen op basis van de specifieke toestand van uw voertuig.

De kosten van TPMS-on­derhoud zijn afhankelijk van factoren zoals het type sensor, het voertuig­model en de servi­ce­pro­vider. Wij raden u aan contact op te nemen met uw plaat­se­lijke service­partner voor de exacte prijzen.

Met Webfleet TPMS kunt u live metingen van de bandendruk en -tempe­ratuur bekijken in de portal. Elke voertuig- of aanhan­gerband met een probleem heeft een kleurcode om de ernst van het probleem aan te duiden: oranje voor waarschu­wingen, rood voor kritieke risico's. Er wordt ook een duidelijke beschrijving gegeven om het probleem uit te leggen. U kunt alarm­mel­dingen ontvangen in Webfleet, de Tools-app of Driver Terminal.

Er worden alarmen geactiveerd voor problemen met de toestand van de banden, waaronder:

• Banden­spanning te hoog of te laag
• Temperatuur van de band te hoog
• Drukver­schil over dubbele wielen
• Asdruk­ver­schil

Wanneer u een alarm ontvangt, moet u onder­houds­werk­zaam­heden uitvoeren.

Wanneer een probleem wordt verholpen dat een melding heeft veroorzaakt, wordt een 'terug naar normaal'- melding gegenereerd. Als een band bijvoor­beeld weer op druk wordt gebracht na een 'lage druk'- melding, wordt het bericht weergegeven.

Als het TPMS-lampje brandt, is doorrijden waarschijnlijk niet veilig. U kunt het voertuig het beste tot stilstand brengen op de dichtst­bij­zijnde plaats waar stoppen is toegestaan, de banden inspecteren en, indien nodig, hulp inroepen.

Banden­fouten veroorzaken drie belangrijke problemen. Veiligheid is het belang­rijkste punt - banden moeten op de juiste spanning worden gehouden voor optimale rijei­gen­schappen en remweg.

Het tweede probleem is hogere bedrijfs­kosten. Een band die met 20% te zacht is opgepompt, zorgt voor een toename van het brand­stof­ver­bruik met 2,5%. Dit heeft vervolgens een milieu­effect, doordat de CO₂-uitstoot toeneemt.

Het derde probleem is een langere inactieve tijd van het voertuig: een probleem met een band is de belang­rijkste oorzaak van storingen aan het voertuig.

Vermijd deze drie problemen met vroege detectie van banden­sto­ringen door TPMS.

Webfleet gebruikt Direct TPMS en leest sensor­ge­gevens uit van elke band. Drukniveaus en tempe­ra­tuur­waarden worden naar de Webfleet cloud verzonden. Het systeem analyseert deze gegevens vervolgens om eventuele problemen te identi­fi­ceren en verzendt, indien nodig, een melding via Webfleet. Deze realtime alarmen betekenen dat de fleet manager of bestuurder actie kan ondernemen voordat dure reparaties nodig zijn.

TPMS-­sen­soren werken in combinatie met voertuig­volg­sys­temen. Met naadloze integratie voorzien ze u van de locatie, kilome­ter­teller en andere voertuig­ge­gevens die u nodig heeft om uw wagenpark veilig en productief te houden.

Het industrie­ge­mid­delde voor een TPMS-­sen­sor­bat­terij is ongeveer 3 jaar.

Dit is afhankelijk van het sensortype. Bij op een ventiel gemonteerde sensoren hoeft de band niet te worden verwijderd, omdat ze zich aan de buitenkant van het ventiel bevinden.

Bij de met bandjes bevestigde sensoren in de LINK 350-oplossing moeten de banden worden verwijderd, omdat de sensoren rondom het wiel moeten worden gemonteerd.

Bij andere bewakings­sys­temen, zoals een banden­span­ning­con­tro­le­systeem van de fabrikant of OEM.connect, hoeven de banden niet te worden verwijderd, omdat bij deze methoden gebruik wordt gemaakt van OEM-sen­soren en gegevens die vooraf in de fabriek zijn geïnstal­leerd.